VASS-Logo

Uitspraak gerechtshof over non-conformiteit, reikwijdte mededelingsplicht over schadeverleden

Uitspraak gerechtshof over non-conformiteit

Gerechtshof: Autobedrijf hoeft schadeverleden importauto niet (altijd) te kennen.

De conformiteitswetgeving houdt de gemoederen bezig, hoever reikt de mededeling- of informatieplicht van het autobedrijf tegenover de consument? Op 24 mei jl. heeft mr. Peter Roosendaal van TEN Advocaten een universeel autobedrijf vertegenwoordigd in een zaak bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch en is een zeer belangrijke uitspraak gedaan!

Volgens het Hof heeft het autobedrijf niet de plicht om in alle gevallen onderzoek te doen naar het schadeverleden van een auto.

Het Gerechtshof van Den Bosch heeft in hoger beroep bepaald dat een autobedrijf een verkochte auto met schadeverleden niet hoeft terug te kopen. De koper deed, nadat het ontdekte een auto te hebben gekocht met een schadeverleden, een beroep op de conformiteitwetgeving om de koop ongedaan te maken. De kantonrechter stelde in eerste aanleg de koper in het gelijk.

Lees de toelichting van mr. Peter Roosendaal hieronder of het artikel op Automotive Online hier: Gerechtshof: Autobedrijf hoeft schadeverleden importauto niet (altijd) te kennen - Automotive Online (automotive-online.nl)

Toelichting door Mr. P.L.M.F. Roosendaal.

Uitspraak gerechtshof over non-conformiteit, reikwijdte mededelingsplicht over schadeverleden

Op 24 mei 2022 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch een voor de autobranche zeer belangrijke uitspraak gedaan in de zaak tussen een universeel autobedrijf en een consument kopen. In deze uitspraak wordt een belangrijke invulling gegeven aan het non-conformiteitsvraagstuk en tevens over
de reikwijdte van de mededelings- of informatieplicht van het autobedrijf tegenover de consument.

In deze zaak was de koper van mening dat de verkochte auto niet beantwoordde aan de koopovereenkomst omdat deze eerder schade heeft opgelopen en daardoor een risico bestond ten aanzien van de versnellingsbak. De koper deed daarmee een beroep op de conformiteitswetgeving.

De koper deed voorts een beroep op dwaling, te weten dat het autobedrijf niet zou hebben voldaan aan diens mededelingsplicht door niets te melden over een schadeverleden, waarmee de koper bekend werd nadat de auto aan hem was geleverd.

Het autobedrijf stelde onbekend te zijn met ernstige schade, en slechts op de hoogte te zijn geweest van de lichte carrosserieschade uit hoofde van een namens het autobedrijf uitgevoerde taxatie ten tijde van de import van dit voertuig. Tijdens die taxatie was niet gebleken van technische gebreken, het
voertuig is RDW - gekeurd en geregistreerd met APK. De koper had inmiddels ook ongeveer 6.000 km met de auto gereden. Vaststaand is dat door koper ná het sluiten van de koopovereenkomst gevraagd naar is een schadeverleden, waarop het autobedrijf met de haar bekende wetenschap heeft
geantwoord.

Hoewel de kantonrechter in eerste instantie de koper gelijk heeft gegeven, oordeelt het gerechtshof in dit arrest anders.

Ten aanzien van de mededelingen over de schade door het autobedrijf, die na het sluiten van de koopovereenkomst zijn gedaan, stelt het gerechtshof dat deze dus voor of bij het sluiten van de koopovereenkomst geen gerechtvaardigde verwachtingen kunnen hebben gewekt over het
schadeverleden van de auto bij de koper.

Voorts wordt geoordeeld dat uit de mededelingen van het autobedrijf daarna op vragen van de koper, deze bezien dienen te worden binnen de context van het geval en waaruit de koper niet heeft mogen opmaken dat het autobedrijf alsnog een garantie zou hebben gegeven dat de auto-ongevalsvrij was of dat er geen andere schade was geweest dan waarvan het autobedrijf bij navraag had vernomen.

Daarnaast merkt het gerechtshof op dat het schade- en onderhoudsverleden van een auto niet altijd toegankelijk en volledig gedocumenteerd is. Alsmede dat er ook geen aanleiding is om aan te nemen dat in alle gevallen eerder schade waarneembaar is. Mede daarom behoeft het schade- en
onderhoudsverleden het autobedrijf niet in alle gevallen bekend te zijn. Een koper kan dan ook niet bij voorbaat aannemen dat een verkopend autobedrijf het schade- en onderhoudsverleden van een auto kent.

Het gerechtshof vervolgt: "Van meer betekenis is de staat waarin de auto zich bevindt, als de verkoper deze te koop aanbiedt. Het hangt echter af van de omstandigheden van het geval welke staat en dus eigenschappen een koper redelijkerwijs mag verwachten van een aangeboden auto. Mede in het licht van het voorgaande gaat het naar het oordeel van het hof te ver om in het algemeen aan te nemen, zoals de kantonrechter heeft gedaan, dat een autohandelaar zich moet vergewissen van het schade en onderhoudsverleden van een auto en dat het voor zijn risico komt als hij zich voor zijn wetenschap baseert op informatie van degene van wie hij de auto heeft verkregen.”

Volgens het gerechtshof kan aldus niet worden geoordeeld dat de auto vanwege eerdere schade of betrokkenheid bij een ongeval niet aan de koopovereenkomst beantwoordde om de enkele reden dat het autobedrijf daarover niets voor of bij het sluiten van de koopovereenkomst heeft medegedeeld.

Over het gestelde gebrek aan de versnellingsbak stelt het gerechtshof dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt indien de schade uit het verleden tot gevolg heeft dat de versnellingsbak gebreken heeft of dat er een risico op gebreken bestaat die de koper op grond van de koopovereenkomst niet behoefde te verwachten. Volgens het gerechtshof echter staat niet vast dat deze gestelde problemen te maken zouden hebben met een schadeverleden, en ook uit niets blijkt dat eerdere schade ondeugdelijk is hersteld, waarbij ook van belang wordt geacht dat de koper al meer dan 6.000 km met de auto had gereden. Er is volgens het gerechtshof dan ook geen reden om te oordelen dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt vanwege gebreken aan de versnellingsbak of het risico daarop.

Ten aanzien van de dwaling verwerpt het gerechtshof het oordeel van de kantonrechter dat het autobedrijf ten aanzien van het schadeverleden van de auto de koper onjuist zou hebben ingelicht. Nu de overeenkomst al tot stand was gekomen en daarna pas inlichtingen zijn gevraagd en verstrekt, kan de koopovereenkomst dus niet tot stand zijn gekomen onder invloed van dwaling die te wijten is aan die na de koopovereenkomst verstrekte inlichtingen. Daarom is de koopovereenkomst dus al niet vernietigbaar, aldus het gerechtshof.

Ten overvloede wijst het gerechtshof er nog op dat het autobedrijf het schadeverleden van de auto niet kende, maar ook dat uit de wettelijke bepalingen in beginsel geen onderzoeksplicht voor het autobedrijf naar het schadeverleden voortvloeit. Dat betekent dat het autobedrijf geen mededelingsplicht had.

Het hof vernietigt vervolgens het eerdere vonnis en wijst de vorderingen van de koper volledig af.

De volledige uitspraak (ECLI:NL:GHSHE:2022:1469 is te lezen via onderstaande link:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:164

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram